Kunst 15e eeuw
Kunst uit de 15e eeuw of renaissancekunst verwijst naar Europese kunst die in de 1400e eeuw werd geproduceerd. Deze kunstperiode zag een dramatische heropleving van de belangstelling voor klassieke bronnen, die na de val van Rome verloren waren gegaan voor de Europese samenleving. In het bijzonder werden deze werken gekopieerd in manuscriptvorm - herontdekt, bestudeerd, geanalyseerd - zowel door kunstenaars als ambachtslieden. Kunstenaars creëerden een klassieke heroplevingsstijl die zich parallel met de kunsten van deze periode ontwikkelde. Vanwege het geografische bereik kon renaissancekunst de variaties in stijlen omvatten die verband houden met alle grote culturele centra van Europa. En aangezien het de opkomst markeerde van nieuwe stedelijke centra na de ineenstorting van de feodale hiërarchie, wordt kunst uit deze tijd gekenmerkt door de stijgende status van kooplieden en hun relatie met kunst en kunstenaars. Kunstenaars probeerden onderwerpen weer te geven die mensen konden begrijpen, wat resulteerde in afbeeldingen van religieuze thema's, waarbij bijbelse gebeurtenissen vanuit een menselijk perspectief werden weergegeven. Kunstenaars portretteerden ook veel adellijke families in de samenleving, illustreerden of schilderden portretten als tekenen van prestige. De periode van de 15e eeuw wordt gekenmerkt door een toename van het aantal religieuze ordes en een toename van de macht van de kerk. Naarmate het sterker werd, werden veel mensen vromer; redding zoeken door hun leven te verbeteren of aalmoezen te geven aan degenen die minder geluk hebben dan zij - wat resulteert in een toename van bedevaarten. Kunstenaars geloofden dat schoonheid een weergave was van goddelijkheid; daarom gebruikten ze hun kunst om de gelijkenis van de hemel te illustreren door middel van hun schilderijen en sculpturen. Sommige kunstenaars beelden bijvoorbeeld religieuze taferelen uit; een meerderheid van het plafond van de Sixtijnse Kapel van Michelangelo is gewijd aan het scheppingsverhaal en de val van de mensheid. Kunstenaars uit de 15e eeuw waren ook van mening dat ze, om transcendente ervaringen voor de kijker te creëren, spirituele thema's moesten weergeven op een manier die zowel toegankelijk als veelomvattend was. Kunstenaars nemen hun eigen gevoelens, overtuigingen en ervaringen op in hun schilderijen, wat resulteert in unieke weergaven van de wereld - waardoor elke kunstenaar kan worden herkend aan zijn of haar stijl. Als resultaat van deze periode van studie en herontdekking werden klassieke idealen herontdekt met behulp van een lineair perspectief - diepte in de ruimte tonen door een scène te schilderen alsof je door een open raam kijkt. In die periode nam ook het belang van het individu toe, wat resulteerde in afbeeldingen van mensen die met elkaar omgaan. Omdat het destijds een weerspiegeling was van de politieke macht (de koning en de kerk), werden koningen vaak op hun best afgebeeld; versierde kleding dragend, zittend op uitgebreide tronen, en soms omringd door hun hovelingen.