Realisme
Realisme is het deel van de schilderkunst dat zich richt op het weergeven van een visueel nauwkeurig beeld. Realistische schilders probeerden precies vast te leggen wat ze in het echte leven zagen, in plaats van een geïdealiseerde versie te creëren zoals de klassieke kunstenaars van de Renaissance deden.
De meeste vroege realistische schilderijen waren portretten en landschappen (gebruikt om het uiterlijk van de natuur vast te leggen), maar werden later uitgebreid naar andere gebieden van de schilderkunst, zoals de weergave van huizen, werk en natuurlijke omgevingen. Om een gevoel van realisme in hun schilderijen over te brengen, gebruikten realistische schilders vaak kleurvermenging, perspectiefharmonie en toongradatie om de illusie te wekken dat een kijker daadwerkelijk naar echte objecten kijkt die driedimensionaal (3D) zijn. De juiste weergave van volume was van groot belang en gebruikte technieken zoals schaduwen om de illusie van volume te creëren. Realistische schilders gebruikten ook vaak clair-obscur (contrast tussen licht en donker) in hun schilderijen om focus op bepaalde objecten te creëren en ze van andere te isoleren.
Realisme verscheen voor het eerst in het midden van de 19e eeuw toen kunstenaars probeerden weer te geven wat ze in de wereld om hen heen zagen. Dit stond in contrast met de sterk geïdealiseerde beelden van de renaissance- en barokperiode en kan worden beschouwd als een onderdeel van de romantiek. Tijdens het realisme lag er ook de nadruk op individuele ervaring in plaats van op concepten zoals die gebaseerd op religie of mythologie, die kunstwerken uit de middeleeuwen en de vroege renaissance hadden gebruikt (dit wordt een secularisatie van kunst genoemd). Realistische schilders worden ook wel naturalisten genoemd, maar realisme is specifieker dan die term. Realisme werd halverwege de 19e eeuw de dominante vorm van de westerse schilderkunst en werd gekenmerkt door thema's uit het dagelijks leven. Dit stond in contrast met andere bewegingen in die tijd die formalistisch of romantisch waren. De realistische schilders van de 19e eeuw wilden scènes zo natuurgetrouw mogelijk vastleggen, zodat ze door andere mensen gebruikt konden worden om een mentaal beeld te krijgen van het gewone leven in Europa en Amerika. Ze concentreerden zich vooral op het landelijke (platteland) en arbeidersleven, dat over het algemeen werd genegeerd door romantische kunstenaars. Veel realistische schilders zoals Gustave Courbet en Jean-François Millet schilderden scènes van boeren op het platteland, terwijl Thomas Eakins en Édouard Manet scènes uit het leven in grote steden uitbeeldden. Realisme kan worden gezien als onderdeel van een verlangen naar naturalisme dat optrad tijdens de industriële revolutie. De industriële revolutie veranderde het leven op het platteland in een stedelijke omgeving. Dit dwong veel boeren en mensen uit kleine steden de steden in, terwijl stadswerkers ook meer tijd kregen om op hun gemak over het leven na te denken.
Realistische schilders wilden zo nauwkeurig mogelijk zijn in hun weergave van verschillende scènes in het leven en gebruikten gedetailleerde observatie van de natuur om dit te bereiken. Realistische kunstenaars uit het midden van de 19e eeuw gaven commentaar op wat ze in het dagelijks leven zagen en ervoeren. Ze stonden bekend als "The Eye"-schilders omdat ze mensen dingen wilden laten zien die ze nog nooit eerder hadden opgemerkt. Hun inspanningen resulteerden in nieuwe ideeën over compositie, vorm en techniek die de basis zijn geworden van de moderne kunst.