Kunst 18e eeuw
De kunst uit de 18e eeuw werd vooral beïnvloed door de Verlichting. Het tijdperk van de verlichting zorgde voor een explosie van artistieke creativiteit toen kunstenaars vele vormen van kunst produceerden, zoals portretten, landschappen en stillevens. Nieuwe ideeën en uitvindingen transformeerden de kunstwereld en maakten haar diverser dan ooit tevoren. In de kunst had deze nieuwe kennis een enorme impact op stijlen en schildertechnieken. De twee bekendste kunststijlen van de 18e eeuw waren rococo en neoclassicisme. Kunstenaars waren niet alleen aan het schilderen, maar ontwikkelden ook nieuwe technieken. Een van de belangrijkste doorbraken was het fotorealisme; het had een sterke impact op de kunstenaars en hun stijlen. Hedendaagse kunstenaars zoals Rembrandt en Vermeer schilderden in een stijl die "fidelity" wordt genoemd en die het complete object met veel detail liet zien. Ze probeerden alles te laten zien, ook het kleinste onderdeel. Ze namen echter de vrijheid om bepaalde kenmerken te overdrijven om hun begrip van het onderwerp te vergroten. Zo staat Rembrant bekend om zijn overdreven neuzen die gebruikelijk waren in de toenmalige Nederlandse samenleving. Een andere stijl die in de 18e eeuw populair was, was "ideaal". Het betrof het afbeelden van een object vrij van elk perspectief of specifiek gezichtspunt. Deze schilderijen beeldden meestal mensen af in een kalme en serene omgeving. Het object werd verheven boven elk besef van tijd en ruimte. Titiaan en Rafaël stonden bekend om hun idealisme. Conceptuele kunst begon in de 18e eeuw te verschijnen als resultaat van nieuwe technieken in de schilderkunst. Deze stijlen benadrukten aspecten als decoratieve patronen en lijnstructuren in plaats van een object vanuit een specifiek gezichtspunt of met gedetailleerd realisme te tonen. De mediums die door kunstenaars werden gebruikt, werden ook diverser, waarbij schilders nieuwe technieken uitprobeerden, zoals olie op metaal in plaats van canvas. Deze techniek was duurzamer en raakte niet snel beschadigd. Kunstenaars begonnen te experimenteren met verschillende mediums; ze begonnen ook verfkleuren te mengen. De bekendste vorm van kunst in de 18e eeuw was de rococokunst. Het ging om het gebruik van uitgebreide ornamentontwerpen. Schilderijen in deze stijl werden zeer uitgebreid en gebruikten een verscheidenheid aan kleuren. Het benadrukte de ornamentele in tegenstelling tot de naturalistische elementen. De kunstenaars besteedden minder aandacht aan realistische kenmerken en concentreerden zich meer op decoratieve details zoals patronen, rolwerk of zelfs speciale lichteffecten. Voorbeelden van grote rococokunstenaars zijn Boucher, Watteau en Fragonard. Andere beroemde kunstenaars zijn onder meer Jean-Baptiste Chardin, die schilderde in een stijl als "trompe l'oeil" of "trouw". Deze techniek was zeer effectief voor het creëren van een illusie van drie dimensies op een plat oppervlak. Het realisme van deze schilderstijl was een verandering ten opzichte van de traditionele stijl die al eeuwen in gebruik was.