Kunst 17e eeuw
De 17e eeuw was een periode van grote artistieke prestaties in Europa, met de barokke stijl op zijn hoogtepunt. De 17e eeuw wordt vaak een tijdperk van religieuze kunst genoemd, met schilderstijlen die worden gedomineerd door een heersende sfeer van somberheid en grootsheid. Dit was in veel opzichten een weerspiegeling van de politieke en religieuze onrust van die tijd, met werken die zich concentreerden op thema's als dood, oordeel, geloof, redding en de Apocalyps. Maar tegelijkertijd was een van de belangrijkste artistieke ontwikkelingen de secularisatie van de kunst. Met toenemende welvaart en culturele verfijning onder alle klassen, wendden kunstenaars zich tot thema's die een breder publiek zouden aanspreken. Terwijl veel schilderijen de nadruk bleven leggen op religieuze ceremonies, figuren of gebeurtenissen, was er een groeiende trend voor kunstenaars om seculiere onderwerpen te tonen, zoals scènes uit de geschiedenis en mythologie. Dit werd beïnvloed door het veranderende politieke klimaat van die tijd - het einde van de Dertigjarige Oorlog in 1648 stelde schilders en beeldhouwers in staat hun kunst realistischer te maken, terwijl er ook een hernieuwde belangstelling voor de klassieke oudheid was. Een belangrijk kenmerk van de barokke kunst van de 17e eeuw was het gebruik van rijke en contrasterende kleuren, waarbij de barokke kunstenaars de voorkeur gaven aan een gedurfd palet. Veel van deze kleurrijkheid kwam voort uit de toevoeging van heldere pigmenten, mogelijk gemaakt door nieuwe schildertechnieken en -methoden die een grotere precisie mogelijk maakten bij het aanbrengen van verf op canvas. Andere nieuwe technieken in deze periode waren onder meer de ontwikkeling van levensgrote naakten en een grotere focus op realisme, waarbij kunstenaars veel aandacht besteedden aan details zoals textuur - dit stond bekend als "fijn schilderen" of de "fijne kunsten". Er was veel belangstelling om de natuurlijke wereld zo nauwkeurig mogelijk weer te geven. Dit omvatte het realistisch weergeven van planten, dieren en andere objecten zoals fruit en bloemen. Met dit nieuwe gevoel van realisme kwam er meer nadruk op de weergave van het dagelijks leven en het leven van gewone mensen - het woord 'genre' werd gebruikt om schilderijen te beschrijven die alledaagse onderwerpen uitbeeldden. Renaissancestijlen waren ook een grote invloed in deze periode, vooral in Italië. Hoogrenaissancekunstenaars zoals Michelangelo en Raphael waren nog steeds actief, terwijl nieuwe generaties kunstenaars stijlen ontwikkelden die vergelijkbaar waren met hun werk. De barokke stijl was gedurende deze periode de dominante artistieke beweging in Italië, hoewel er andere invloeden waren van het maniërisme en zelfs enkele voorbeelden van naturalistische schilderkunst die in het midden van de 17e eeuw opkwamen. De kerk speelde gedurende de 17e eeuw een dominante rol in de productie van kunst en veel schilders waren ook in dienst van kerkelijke instellingen, zoals kloosters of kloosters. Daarnaast kregen kunstenaars vaak financiële steun van weldoeners: mecenassen die beloofden een kunstenaar tijdens zijn carrière te steunen in ruil voor het recht om aan het einde van zijn leven een schilderij te kopen.