Post impressionisme
Post-impressionisme was een kunstbeweging uit de late 19e eeuw, voornamelijk ontwikkeld door kunstenaars in Frankrijk. Het was een reactie tegen het impressionisme. De term postimpressionisme verscheen voor het eerst na de tentoonstelling van Les Indépendants in 1884 en was bedoeld om deze meer radicale stijl te onderscheiden van de reeds bestaande beweging waarmee het een overlappend lidmaatschap had. Voor schilders als Vincent van Gogh, Paul Cezanne of Paul Gauguin was hun kunst een penseel met de nieuwe realiteit van het moderne leven. Deze beweging ontwikkelde zich in een tijdperk dat getuige was van enorme filosofische en sociale veranderingen, waaronder revoluties, de industriële revolutie en vooruitgang in de wetenschap. Postimpressionistische kunst wordt gekenmerkt door opvallende kleuren, gedurfde composities en vaak symbolische beelden. De schilderijen probeerden een gevoel van emotionele ervaring over te brengen. Post-impressionisme is een van de eerste echt moderne stromingen in de kunst, en het was ook een van de eerste bewuste pogingen om een nieuwe stijl te creëren die afweek van Europese tradities en invloeden. De naam van de beweging komt uit een boek geschreven door Louis Leroy, genaamd "Les Indépendants", waaruit de term postimpressionisme voortkwam. Post-impressionistische kunstenaars gebruikten levendige en soms opzichtige kleuren om hun publiek intense emoties bij te brengen. Ze schilderden vaak landschappen met de nadruk op wisselende weersomstandigheden en natuurlijk licht. De postimpressionisten verwierpen het idee om in hun studio's te schilderen en kozen ervoor om buitenshuis te schilderen als realisten. Om veranderende licht- en kleureffecten beter vast te leggen, schilderden ze vaak snel met grote penseelstreken terwijl ze de natuur bestudeerden. De postimpressionistische schilders behoorden tot de eerste moderne kunstenaars die realistische taferelen uit het dagelijks leven schilderden. De inspiratie voor postimpressionistische kunst kwam vooral van het Franse platteland. Ze schilderden landschappen in de buurt van Parijs en in verre oorden als de Provence, Côte d'Azur en Bretagne, waarbij ze inspiratie zochten in de frisse lucht buiten de stad. Veel van de kunstenaars lieten zich ook inspireren door het werk van Vincent van Gogh en zijn oprechtheid in het schilderen van alledaagse voorwerpen. Dit was een radicale afwijking van traditionele kunstpraktijken en het bracht het postimpressionisme naar de voorgrond van het algemene bewustzijn. De schilders gebruikten felle kleuren die traditioneel niet samen werden gezien, met impasto die textuur en gebroken kleuren creëerde om een gevoel van spontaniteit en emotie over te brengen. Ze gebruikten ook intense, onnatuurlijke kleurcombinaties die niet bang waren om buiten de grenzen van traditionele schilderconventies te treden. De combinatie van kleuren is speciaal gekozen vanwege hun expressieve kwaliteiten. Dit is in tegenstelling tot de techniek van de impressionisten, waarbij dunne verflagen werden opgebouwd om een realistischer, minder expressief effect te bereiken. De postimpressionisten waren in hun tijd zeer kritisch over het impressionisme. Sommige critici hebben echter bepaalde overeenkomsten tussen de twee bewegingen gezien. Beiden verwierpen realisme als een representatieve artistieke techniek en waren beiden van mening dat kunstenaars meer tijd moesten investeren in het bestuderen van de natuur om het volledige scala aan details in hun kunstwerken te kunnen vastleggen.